Tussentijd: het moet anders en het kán anders
Het Prinsenhof in Delft was decor voor de bijeenkomst “De tussentijd. Verder bouwen aan het programma Dialoog & Ethiek". Deze bijeenkomst was bedoeld om de inzichten te delen uit de gevoerde gesprekken en bijeenkomsten, de verzamelde verhalen, uitgevoerde onderzoeken en de vier etappes van de dialoogestafette.
Ruimte voor reflectie
Anne-Marie Buis, kwartiermaker en plaatsvervangend programmamanager opende de bijeenkomst met een column, waarvan hier een fragment:
“Het is nu belangrijker dan ooit om in ons werk bij de overheid niet alleen te onderzoeken of we het goed doen en of we de goede dingen doen, maar ons ook de vraag te stellen wat dan het goede is! En het lastige van het goede is dat het goede soms ook het minst kwade kan zijn.
Onderzoek naar het goede vraagt om gezamenlijke reflectie, waarin expliciteren van de eigen waarden, toetsing aan die van anderen en onderzoek naar de mate van gemeenschappelijkheid daarin aan de orde is. Methodische reflectie waarin stilzwijgende kennis expliciet gemaakt wordt, waar ideeën en standpunten worden gedeeld, overtuigingen worden getoetst en gelegitimeerd en oude denkgewoonten worden getransformeerd tot nieuwe.
Dit kan alleen als we hier binnen de rijksoverheid ruimte voor maken. Vrije ruimte waarin het goede, onderzoekende gesprek, de dialoog, kan plaatsvinden. Zo werken we niet alleen aan een veilige gesprekscultuur, maar ook aan de nodige morele oordeelsvorming en aan phronésis, praktische wijsheid en morele bedachtzaamheid waarmee we in kunnen schatten hoe we in bepaalde situaties móeten en kunnen handelen.
We werken aan het versterken van ambtelijk vakmanschap, door het ontwikkelen van een persoonlijke en een beroepsethiek. Waarmee we ook de kennis, kunde en talenten van rijksambtenaren veel beter kunnen benutten. En dat kan niet anders dan bijdragen aan rechtvaardiger beleid, beter afgewogen en beter uitvoerbare en uitlegbare keuzes én een gezond en veilig werkklimaat.”
Onderzoek naar morele buikpijn
De noodzaak om meer aandacht te geven aan morele kwesties bij rijksambtenaren werd nog eens benadrukt door het door het rapport “Morele vragen van rijksambtenaren“ van I&O Research. Dit rapport onderzoekt welke morele vragen en twijfels leven bij ambtenaren, bij wie zij deze aan de orde stellen en wat hier mee gebeurt. Op 27 juni is dit rapport door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer toegezonden. Onderzoeker Charlotte van Miltenburg presenteerde de belangrijkste bevindingen. In het rapport komt naar voren dat meer dan de helft van de 315 respondenten wel eens morele twijfel of ‘morele buikpijn’ heeft over de inhoud van het werk, over de rechtvaardigheid of doelmatigheid van het beleid, over ondeugdelijke informatie of over omgangsvormen binnen de organisatie. Uit de enquête blijkt dat ambtenaren met morele vragen overwegend tevreden zijn over of en hoe ze bij een collega of leidinggevende hun hart kunnen luchten, maar veel minder tevreden over de mate waarin hier opvolging aan wordt gegeven. Respondenten geven verder aan behoefte te hebben aan een meer ontvankelijke cultuur waar morele kwesties onderzocht kunnen worden.
Onderzoek naar morele buikpijn
De noodzaak om meer aandacht te geven aan morele kwesties bij rijksambtenaren werd nog eens benadrukt door het door het rapport “Morele vragen van rijksambtenaren“ van I&O Research. Dit rapport onderzoekt welke morele vragen en twijfels leven bij ambtenaren, bij wie zij deze aan de orde stellen en wat hier mee gebeurt. Op 27 juni is dit rapport door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede Kamer toegezonden. Onderzoeker Charlotte van Miltenburg presenteerde de belangrijkste bevindingen. In het rapport komt naar voren dat meer dan de helft van de 315 respondenten wel eens morele twijfel of ‘morele buikpijn’ heeft over de inhoud van het werk, over de rechtvaardigheid of doelmatigheid van het beleid, over ondeugdelijke informatie of over omgangsvormen binnen de organisatie. Uit de enquête blijkt dat ambtenaren met morele vragen overwegend tevreden zijn over of en hoe ze bij een collega of leidinggevende hun hart kunnen luchten, maar veel minder tevreden over de mate waarin hier opvolging aan wordt gegeven. Respondenten geven verder aan behoefte te hebben aan een meer ontvankelijke cultuur waar morele kwesties onderzocht kunnen worden.
De kracht van kunst
Eén van de lessen van de kwartiermakers is dat kunst een prikkel kan zijn die de dialoog in gang zet. Kwartiermaker Bas Volkers: “Kunstenaars hebben het vermogen om datgene op te pikken wat niet openlijk gezegd wordt.” Kunstenares Daniëlle Davidson (tevens performance artist en ruimteverkenner) is daar tijdens deze hele bijeenkomst mee bezig: “Ik ga het ongesprokene proberen te schilderen.” Dat doet ze met acrylverf, inkt en krijt op zes grote doeken die naast het podium staan opgesteld.
Zoals Bas Volkers het duidde: kunst kan een perspectiefprikkel en een taalprikkel geven. Zangeres Nynke Laverman doet dat met het vertolken van het lied Your ancestor:
You say growth was my Holy Grail
Yes it was and it failed
It couldn’t last I do agree
But in the middle of the hustle
You cannot really see
Tot in de haarvaten
Dan is het tijd voor een interview door spreekstalmeester Hanne Bikker met programmadirecteur Erik Pool. Dit interview vindt plaats na het vertonen van een video waarin de kwartiermakers hun bevindingen en geleerde lessen van de afgelopen periode verwoorden. Erik: “Wat ons te doen staat is om met onze collega’s van Grenzeloos Samenwerken en Ambtelijk vakmanschap en de collega’s uit de Rijksdienst communities te ontwikkelen, ontmoetingen te organiseren en de brug te slaan met de praktijken die we tegenkomen. En dat tot in de haarvaten van de Rijksoverheid: we zullen voor onze 130.000 collega’s relevant moeten zijn.” Erik ziet drie hoofdtaken voor zijn programma”: als eerste het ontwikkelen van kennis over ethiek en dat toepassen op het werk. Als tweede binnen de organisatie ruimte maken voor reflectie over ethiek en er voor zorgen dat er binnen de Rijksoverheid voldoende vaardigheden aanwezig zijn om de gesprekken over ethiek te begeleiden. En als derde en het laatste punt, het maken van afspraken om de zaken die we als tijdelijke organisatie hebben opgezet te verankeren in de organisatie en daarop te contracteren.
Zoektocht naar eigen drijfveer
Laatste spreker van de dag is Chris van Dam, die als voorzitter van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag een van de opstellers was van het rapport ‘Ongekend onrecht’ over de kinderopvangtoeslagaffaire. Hij stelt het publiek de vraag uit ‘Macht en Moed’: “Waarvoor stap jij als ambtenaar ’s ochtends je bed uit?” Chris: “Er waren periodes in mijn leven dat ik dat niet wist, periodes waarin ik me voelde als een bal in een flipperkast, een ongeleid projectiel.” Het verlangen van de ambtenaar om wel een antwoord op die vraag te hebben moet de drijfveer zijn voor het aanhoudend gesprek tussen ambtenaren. Het is de basis voor de professionele identiteit, zonder deze identiteit ontbreekt de basis voor integriteit. Chris: “Mijn identiteit als ambtenaar is vooral ontwikkeld toen ik bij de politie werkte. Je maakte daar heftige dingen mee en dat resulteerde in de vraag: waarom doe ik dit? Mijn antwoord: om op te komen voor rechtvaardigheid en de menselijke maat.”
Aan het einde van de bijeenkomst toont Daniëlle Davidson het eindresultaat van haar werk, haar zoektocht naar de beelden. Ze haalt een gedicht aan dat ze ooit als kind maakte op 13-jarige leeftijd:
Leven
Beleven
Geleefd worden
Wat is mijn doel
Wat wil ik?
Ik pak mijn rugzak en ik ga
Ik ga de regen achterna
Ik zoek het goede in het slechte
En het kromme in het rechte
Ik ga gewoon mijn eigen weg
Maar is dit wel het echte
Leven
In de zomerperiode wordt door het programmateam Dialoog & Ethiek verder gewerkt aan de uitwerking van de programma-aanpak van de dialoog.
Belangrijke links:
Rapport Morele vragen van rijksambtenaren
Column Anne-Marie Buis; Het kan anders
Voor de impressies van de vier etappen van de dialoogestafette: