Doorpraten in Groningen: van interessante vraag naar interesse in elkaar

Verschillende diensten bij het Rijk organiseerden gesprekken naar aanleiding van het ochtendprogramma van Wijs naar de wet. Ook in het provinciehuis in Groningen werd doorgepraat. Erik Pool doet verslag.

‘Het leven is een tragedie'. Tijdens een korte dialoog tussen rijkscollega's herinnert één van hen zich deze uitspraak van Paul Frissen, decaan van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Dit gesprek op het provinciehuis in Groningen, gaat over de ervaren afstand tussen burgers en overheid. Mensen hebben wel eens het idee dat de overheid alles voor ze kan oplossen, zegt de collega die aan het woord is, maar dat 'het leven een tragedie is wordt nog wel eens vergeten'.

Burger in zicht

Zo gaat dit gesprek onder leiding van Jacqueline Lycklama (Dienst Terugkeer en Vertrek) onmiddellijk over opvattingen en meningen. En over levenswijsheden. Maar Jacqueline wil graag iets anders laten gebeuren, want het gesprek is bedoeld om de deelnemers te laten ontdekken waarin de dialoog een ander gesprek is dan 'zomaar een overleg of een vergadering'. In de dagelijkse werkpraktijk overheersen meningen en (oude) gedachten het gesprek, hier wordt het de kunst die standpunten en ideeën los te laten en het denken van jezelf en elkaar te onderzoeken.     

Jacqueline heeft als opstart een vraag gekozen: 'Moeten we de burger weer in zicht krijgen?' Dat is een gesloten vraag, waar je kortweg met 'ja' of 'nee' op kunt antwoorden. Maar dat is geen bezwaar, legt ze uit als iemand zich afvraagt of dit wel 'mag'. Jacqueline licht toe dat je bij zowel de 'ja' als de 'nee' 'natuurlijk wilt weten wat de argumenten zijn'. En die kun je samen onderzoeken: zijn ze valide of niet, zijn ze sterk of niet, zijn ze volledig of niet? En dat onderzoek kun je verdiepen met vragen als: hoe weet je dat het zo is wat je zegt, heb je dat zelf ervaren, wat vertelt die ervaring precies?

Doorpraten Groningen
Nadenken over de vraag: wat maakt een dialoog anders dan 'zomaar een overleg of een vergadering'.

Principes van een dialoog

Zo legt Jacqueline op een eenvoudige manier al enkele belangrijke principes van een goede dialoog uit. Over de dialoog kunnen mensen gewichtig doen. Zeker als het om een zogeheten 'socratische dialoog' gaat. Die is genoemd naar de oude, Griekse filosoof Socrates. Jacqueline heeft een manier gevonden om wel gebruik te maken van die oude filosofische ideeën maar de zaken concreet en praktisch te houden. En gewone taal te gebruiken. Dat helpt iedereen om geïnteresseerd te blijven.    

Ze legt uit dat volgens die oude Socrates 'wijsheid begint met verwondering'. 'Dat betekent een vragende houding, nieuwsgierig zijn. Vragen stellen is heel belangrijk.' Ze ontkomt er niet aan ook te vertellen hoe belangrijk het is dat iemand zichzelf goed kent, omdat dit helpt om misverstanden op te ruimen of te voorkomen.  'Ken uzelf' was het levensmotto van Socrates. Als iemand in een gesprek niet doorheeft hoe het eigen denken in elkaar zit, wordt het moeilijker te luisteren naar iemand anders. Je eigen hoofd filtert dan voortdurend wat iemand zegt. In feite luister je dan naar jezelf, en niet naar de ander, zonder het door te hebben. Daarom is 'zelfkennis' zo belangrijk. Je gaat de mensen en de wereld beter begrijpen als je doorhebt hoe je zelf in elkaar zit. 

Ook het verschil tussen bijvoorbeeld een discussie en een dialoog legt Jaqueline helder uit: 'In een discussie gaat het erom een ander te overtuigen, in een dialoog heb je meer de houding van nieuwsgierigheid naar de ander. Je gooit dus niet een eigen mening over de mening van een ander heen, wat je in een discussie vaak ziet gebeuren.'

Vragen over de vraag

Na deze uitleg over de achtergronden wil ze dat de deelnemers meteen aan de slag gaan. 'Door het te doen ga je vanzelf dingen ontdekken', voorspelt ze. Daarom vraagt ze de deelnemers in drie groepjes van drie of vier te werken aan de vraag die ze op het scherm projecteert. 'Maar wie is de burger eigenlijk', wil iemand eerst weten, 'anders kan ik niks met de vraag'. Onmiddellijk wil iemand anders nu weten wat 'zicht krijgen op' betekent, want ook die informatie is nodig om over de vraag te kunnen nadenken. Ook het woordje 'weer' roept vragen op, zoals: 'Was het ooit anders, of beter?'.

Nu wil iemand toch even het woord. Ze betoogt dat mensen hier wonen omdat ze zich hier kunnen ontplooien, en dat willen ze doen zonder een ander schade toe te brengen. Als we door de vraag nu gaan inzoomen op wat een individuele burger zou willen, raak je het zicht op het grotere geheel kwijt, is haar stelling. Jacqueline luistert er aandachtig naar en stelt dan een rake vraag: 'Hoor ik je zeggen dat je alleen individuele behoeften kunt bevredigen als je de burger in beeld wilt krijgen?' Dat is een aanname die niet in de vraag zit opgesloten. Het is snel duidelijk dat niet de vraag voorsorteert op individuele behoeften maar het hoofd van deze vragensteller. Het laat direct zien wat Jacqueline in de inleiding had toegelicht over zelfkennis. En het laat zien dat zelfkennis er niet onmiddellijk is maar hard werken kan zijn. Want hoe krijg je de vooroordelen en de aannames uit je eigen gedachten?

Definitiekwestie

Nu wil iemand weten of het nuttig is allerlei definitiekwesties op te rakelen, zoals sommige vragenstellers blijkbaar doen. Jacqueline begint te glimlachen. 'Ja, dat zijn allemaal hele goede vragen waarmee je dingen kunt verhelderen en uitzoeken. Maar ik wil dit nu stopzetten en vraag jullie al deze vragen mee te nemen naar je kleine groepje. Stel daar vragen aan elkaar en neem een nieuwsgierige houding aan.' Dat is een goed idee. 

Zonder verdere begeleiding buigen de drie- en viertallen zich nu over de geprojecteerde vraag. Er blijken wonderlijke dingen te gebeuren, horen we even later als per groepje verslag wordt gedaan. Eén groepje is eigenlijk helemaal niet toegekomen aan de vraag omdat - inderdaad - er zich een gesprek ontspon over de betekenis van de verschillende woorden. In een ander groepje had zich een verkenning ontsponnen rond de vraag of 'in beeld krijgen' hetzelfde kan zijn als 'inzichtelijk maken'. In het derde groepje was men gestuit op het verschil van 'systeembenadering vs. individuele benadering'. In alle groepjes was het ook vanzelf gegaan over de eigen werkervaringen, die als illustratie golden voor wat men zei. Er waren rake dingen gezegd over Rijkswaterstaat, zo bleek. En er waren bijzondere ervaringen vanuit de Dienst Terugkeer en Vertrek, waar het verschil tussen 'systeemverhaal en individueel verhaal' van belang is om goed werk te leveren.

Vandaag is er wel tijd

Daarna wil Jacqueline weten hoe de deelnemers deze meer vragende manier van spreken hebben ervaren. Iemand verwoordt de eigen verwondering: 'Het is bijzonder hoeveel vragen een simpele vraag oplevert.' Iemand anders vult aan: 'Je ziet hoe belangrijk dat is en tegelijk denk je ook: hebben we het geduld en de tijd nog wel om hier in het werk overeenstemming over te bereiken?' Iemand anders weet 'dat we tijd nodig hebben om dit te leren'. Maar waar moet die tijd vandaan komen? 'We zijn druk op het werk.'

Jacqueline rondt af, omdat de tijd om is. Ze herhaalt nog eens waar het ook al weer om te doen was. Op een slide staat: 

Het socratisch gesprek

  • Een kritische verkenning
  • Zonder oordeel
  • Open
  • Vragende houding

Missie geslaagd. Ze wordt bedankt door de deelnemers, die daarna geanimeerd blijven hangen en met elkaar doorspreken. Vanmiddag is er wel tijd. Deze collega's zijn geïnteresseerd geraakt in elkaar. Een korte dialoog blijkt hier te werken als een verdiepende ontmoeting.