Boekenclub Macht en Moed in gesprek met Pieter-Bas van Steenis: de doorbraak methode - uit de ellende met eersteklas maatwerk

Pieter-Bas van Steenis werkt bij het Instituut voor Publieke Waarden. Dit instituut werkt aan de hand van de zogenaamde Doorbraakmethode. Letterlijk een baanbrekende methode die overheidsland wel eens op zijn kop zou kunnen zetten.

Alle reden voor de Boekenclub Macht en Moed om hem daarover te spreken. Deze boekenclub is een initiatief van Berto Bosscha, senior beleidsmedewerker OCW. Het motto van de club: “Een nieuwe bestuurscultuur, die creëren we samen. Lees en doe je mee?” Aan de boekenclub doen zo’n tien mensen mee uit de wereld van onderwijs en cultuur, van secretaris generaal van het departement tot docent bij een hogeschool.

 Onoplosbare casussen
Pieter-Bas introduceert zichzelf als advocaat van de burger en spiegel voor de overheid. Daarmee positioneert hij zich direct helder aan de kant van de burger. De overheid is er voor de burger en niet andersom. Kenmerkend aan Pieter-Bas is zijn heldere, directe en duidelijke taal, waarmee hij ogenschijnlijk complexe zaken eenvoudig kan verwoorden. Taal waarmee hij de lastigste burgers voor zich weet te winnen en hen kan helpen hun weg te vinden in het woud aan overheidsaanbod voor ondersteuning.. Want dat is wat Pieter-Bas doet, mensen helpen die te boek staan als probleemgeval. Zo ging hij in opdracht van een gemeente aan de slag met de 150 ‘complexe individuele casussen’ van die stad. Individuen die diverse problematiek hebben en meestal door meerdere overheids- en zorginstanties worden ondersteund. Een grove schatting wees uit dat deze groep jaarlijks circa 70.000 euro aan ondersteuning ontvangt, terwijl er nauwelijks progressie in de persoonlijke situaties te zien was.

 Pyramide van Maslow
Pieter-Bas ging op bezoek bij deze ‘individuen’ en vroeg hen wat zij zouden doen als zij zelf een jaar lang 70.000 euro te besteden zouden krijgen om uit hun problemen te komen. Een diepgewortelde aanname bij overheden en zorginstanties lijkt dat mensen met zo’n bedrag dan direct op vakantie willen of een dure auto kopen. Niets bleek minder waar. Over het algemeen hadden de verzoeken te maken met de onderste laag uit de Pyramide van Maslow. Gewoon de basis op orde en regie over het eigen leven. Een schimmelvrij huis, zodat er minder gezondheidsproblemen zijn, kinderen weer met volle aandacht kunnen studeren en ouders daarom weer aan het werk kunnen. En opvallend vaak ook een gebitsrenovatie om de kans op een baan te vergroten (kom maar eens aan met een rot gebit bij een sollicitatie). Niks geen overbodige luxe, maar regie over het eigen leven en ‘gewoon’ een gezonde basis.

 Controle en vertrouwen
Wat we de laatste jaren steeds duidelijker zien is dat de overheid één grote controlemachine lijkt te zijn geworden. We vertrouwen de burger niet meer en ook onszelf als overheid niet. De Doorbraakmethode erkent een zekere mate van controle als basis. Maar de doorbraak zit in de mate van vertrouwen die mensen krijgen. Verzoeken om ondersteuning van de ‘individuen’ werden getoetst langs drie kaders.

  1. Legitimiteit. Past dit verzoek bij wat de wetgeving hierover voorschrijft? Om wetgeving praktisch uitvoerbaar te maken vangen overheden en zorginstanties zich vaak in vele eigen beleidsregels. Daardoor wordt de toegang tot ondersteuning die in de wet wel mogelijk is, beperkt omdat het de uitvoering makkelijker maakt. Zodra uit de toets van legitimiteit bleek dat het verzoek om hulp binnen de overkoepelende wetgeving is voorzien, ging men door naar de tweede toets.

  2. Betrokkenheid. Wat gaat de persoon zelf actief bijdragen om het verzoek goed vorm te geven en structureel van meerwaarde te laten zijn? Omdat er een groot bedrag (70.000) mee gemoeid was, maar vooral omdat men de eigen regie weer kon terugpakken, was de betrokkenheid in alle 150 gevallen geen enkel probleem.

  3. Rendement. De gekozen hulp moest wel daadwerkelijk rendement opleveren voor de persoon én de samenleving.

Maatwerk is toch heel duur?
Het Instituut voor Publieke Waarden heeft gemonitord hoe deze aanpak uitwerkt voor de betrokken individuen én voor de samenleving als geheel. Maatwerk bleek uiteindelijk goedkoper te zijn dan doorgaan met de bestaande aanpak. Bovendien was het rendement vele malen hoger omdat de persoon daadwerkelijk geholpen was, zelf betrokken en gemotiveerder is en daarmee structureel uit de problemen komt. Bovendien blijkt uit deze aanpak dat de verkokering binnen overheden en zorginstanties een hoop onnodige banen in stand houdt; deze banen kosten een hoop geld. Vele malen meer dan nodig is om mensen daadwerkelijk te helpen.

 Overheidsbudgetten herschikken
Een belangrijke regel bij de Doorbraakmethode is verder dat de partij die de ‘winst’ voorfinanciert, ook een deel van de baten terugkrijgt. Andersom zou je kunnen redeneren dat de lasten die beleid van een partij of ministerie oplevert, ook vooral door dat ministerie gedragen zouden moeten worden.

 Casus: Instroom internationale studenten in het hoger onderwijs
Zou je dit naar Rijksoverheidsniveau vertalen kun je bijvoorbeeld denken aan het voorbeeld van de instroom van internationale studenten in het hoger onderwijs. Deze groeiende instroom heeft inderdaad effecten die problemen veroorzaken en versterken. Bijvoorbeeld op de toch al krappe huizenmarkt en ook op een groeiend aantal opleidingen waar capaciteitsproblemen een beperking opleveren voor de toegankelijkheid en financierbaarheid van het Nederlandse hoger onderwijs. Extra investeringen zouden deze problemen kunnen afremmen of verkleinen. Gezien de huidige begrotingsregels is dit echter niet mogelijk. Het ministerie van Onderwijs verdeelt jaarlijks hetzelfde budget over een groeiend aantal studenten. Volgens begrotingsregels bij het Rijk dient het ministerie van Onderwijs zelf de eigen broek op te houden en dus de groei van studenten zelf financieel op te lossen. Gevolg is dat het budget elk jaar iets krapper wordt en het ministerie daarom nu inzet op inperking van de groei. Zowel het CPB als Nuffic hebben echter berekend dat de opbrengsten van deze internationale instroom Rijksbreed, dus voor de hele Nederlandse maatschappij, vele malen meer oplevert dan dat het ons kost; ook zolang slechts 1 op de 5 internationale studenten in Nederland blijft om te werken. Volgens Nuffic is de opbrengst tenminste 1,5 miljard euro per jaar. Dit geld stroomt echter binnen bij het ministerie van Financiën en de baten vallen verder bij het ministerie van Economische Zaken omdat daar extra arbeidskrachten instromen.

 Terug naar de menselijke maat: n=1+n=1+n=1+n=1+.. 
Voor ambtenaren is het zoeken hoe je terugkomt bij de menselijke maat. Om beleid weer meer te laten aansluiten op een menselijke maat is het zaak nog eens goed door te vragen bij de doelgroep welke basisbehoeften uit de Pyramide van Maslow in het geding zijn bij een specifiek probleem. Misschien wel door weer terug te gaan naar de n=1 casussen en deze gebundeld te gebruiken als input voor beleidskeuzes. Mensen vragen de overheid vaak helemaal niet om overdadige luxe, maar gewoon om de vervulling van basisbehoeften om zelf hun leven vorm te kunnen geven. Gebruik vooral ook de geitenpaadjes, maar doe dat dan juist in alle openheid zoals het Instituut voor Publieke Waarden doet.

 Ambtenaren weest moedig, bestuurders weest gedienstig
Van bovenaf krijgen ambtenaren vaak de oproep om moedig te zijn en zich uit te spreken. Doe dat echter alleen als er een voedingsbodem voor is zegt Pieter-Bas. Moedig zijn zonder dekking en voedingsbodem is roekeloos en schadelijk voor jezelf en de goede zaak. De oproep vanuit de leidinggevenden dient dan ook echt gepaard te gaan met daadwerkelijke openheid en ontvankelijkheid voor een andere aanpak en de ambtenaar die het moed heeft daarvoor te gaan staan. Te lang zijn we gaan rennen voor top-down bestuur. Het is zaak de balans te herstellen en ook ruimte te bieden aan bottom-up bestuur. Uiteindelijk willen de meeste mensen zelf regie over hun leven, ondersteunt door de overheid.

Verschillende edities van de Boekenclub vind je hier: