Interview Sam de Bruin: "Ons moreel beraad heeft gezorgd voor een veilige sfeer"

Sam de Bruin is afdelingshoofd van de bestuursadviseurs van het mnisterie van SZW. Dichtbij politiek en bestuur, onder hoge druk. Hij besloot dat er meer ruimte moest zijn voor reflectie en ‘wat het werk met je doet als persoon’. Eerst organiseerde hij een moreel beraad, inmiddels staat reflectie voor zijn afdeling vast op het programma.

Toen Sam anderhalf jaar geleden als afdelingshoofd begon, merkte hij spanning en ongemak. “Bestuursadviseurs staan dicht bij de politiek en de bestuurders. Zij voelen veel druk en verantwoordelijkheid voor goede en afgewogen besluitvorming: zijn alle perspectieven meegenomen, is er naar uitvoerbaarheid gekeken, wat doet het met mensen en ondernemers? Er was weinig ruimte om eens bij het werk bij stil te staan, laat staan bij je eigen betrokkenheid, twijfels en grenzen.”

En dus investeerde Sam in de sociale veiligheid binnen de afdeling en nam initiatief voor een moreel beraad. Zelf spreekt hij inmiddels liever van ‘intervisie’, want “dat klinkt en voelt minder zwaar, en het moet juist ontspanning geven”. Hij is blij dat hij dat destijds heeft gedaan.

Hoe zou je jouw team typeren?

“Het zijn harde werkers, slimme denkers. Heel gedreven vanuit het ambtelijk vakmanschap: zijn we neutraal genoeg? Hebben we alle opties op tafel?  Een tijd geleden leidde dat tot te veel druk, ook omdat er geen ventiel was om te ontluchten. Het ging veel over het proces, en heel weinig over wat het werk doet met jou als persoon. Dat was voor mij de aanleiding om de reflectie op te zoeken via een moreel beraad.”

Hoe heb je dat aangepakt?

“We zijn onder leiding van Ies Engels van de Dialoogcampus van het ministerie van SZW in kleine groepen uiteengegaan. Van tevoren zijn dilemma’s opgehaald, wat trouwens geen enkele moeite kostte. Denk aan ambtelijke voorstellen die wel erg sturend leken of momenten in overleggen waarvan je als adviseur buikpijn krijgt, zoals van een uitspraak die voor je gevoel over een morele grens gaat.”

“Ik weet soms ook niet hoe het moet, en het is belangrijk dat te zeggen”

Hoe verliepen de gesprekken

“Het idee was om elkaar vooral veel vragen te stellen en te luisteren, om zo tot nieuwe inzichten te komen. Je mocht je ook kwetsbaar opstellen, dat heb ik zelf ook gedaan. Ik weet soms ook niet hoe het moet, en het is belangrijk dat te zeggen. Wij zijn gewend om snel te kijken naar degene die het ‘t beste weet. En dan meteen oplossingen aan te dragen. We hebben gemerkt: samen weten we meer.”

Zag iedereen het zitten?

“Er waren vooraf wel wat huiverige reacties. Niet iedereen heeft zin om over zijn gevoelens te praten. Uiteindelijk leverde het voor het hele team iets op. Veiligheid vooral. Maar ook het inzicht dat als er ruimte is voor gevoel, je het ook makkelijker over de inhoud kunt hebben. Dat bleek toen staatssecretaris Nobel in november de uitspraak deed dat islamitische jongeren ‘voor een groot deel onze Nederlandse normen en waarden niet onderschrijven’. De drempel voor een goed gesprek daarover was al weggenomen.”

Wat heb je naar aanleiding van die uitspraak gedaan?

“We zijn met het team weer bij elkaar gaan zitten. We hebben gesproken over een rode lijn: wat is je ambtelijke rol en waar worden persoonlijke grenzen overschreden? Die rode lijn ligt voor iedereen ergens anders, zo bleek. We konden elkaar helpen die te bepalen en zo werd het minder zwaar. Het gaat erom: heb je alles gedaan wat je kon, alle invalshoeken meegenomen, alle relevante opties op tafel gelegd en de juiste mensen betrokken? Staat de bewindspersoon ervoor open om hierover in gesprek te gaan? En niet te vergeten: kun je met een goed gevoel aan het einde van de dag de deur van werk dichttrekken?”

“Als je leert praten over gevoelige zaken, word je ook een betere adviseur”

Is moreel beraad nu onderdeel van jullie werk?

“We hebben besloten het regelmatig te blijven doen, zo ongeveer elk kwartaal. Onder de naam intervisie, dat voelt laagdrempeliger, en in de plaats van een werkoverleg. Waarbij iedereen vooraf nadenkt over een casus of dilemma. We doen het op onze eigen manier, in kleine groepjes onder leiding van een collega. Dat is prima, het gaat mij niet om de methode. Uiteindelijk hoop ik dat we dit onderdeel maken van ons vakmanschap en het dus doen als er behoefte aan is, niet zozeer omdat we het ingepland hebben.”

Raad je collega's ook een moreel beraad aan?

“Over grote of kleine onderwerpen, reflectie heeft altijd meerwaarde. Het is jammer als dingen onderhuids blijven. Sociale veiligheid is wel echt een voorwaarde. Ook op onze afdeling is de vertrouwensband – onderling en met de bewindslieden – heel belangrijk. Tegelijk moet je jezelf niet tekortdoen. Mij is opgevallen: als je leert praten over gevoelige zaken, word je ook een betere adviseur. En daar heeft iedereen baat bij, ook onze bestuurders en bewindslieden.”