Wijs naar de wet 2025 - Ruimte in de praktijk

Hoe staat het met ethische reflectie binnen de rijksoverheid? Is er ruimte voor? En tijd? Dat was het onderwerp van 'Wijs naar de Wet  - Ruimte in praktijk'. Met onder meer een lezing van Denker der Nederlanden Marjan Slob, een korte documentaire over moedige ambtenaren en veel interactie uit de zaal. “Reflectie is moeilijk, maar het moet.”

Ethiek is het goede doen. Maar wat goed is, verandert in de tijd. Daar in elk geval eens per jaar bij stil staan, bijvoorbeeld tijdens Wijs naar de Wet, is dus wel het minste voor een ambtenaar. Het hoort bij je werk, zegt organisator en programmadirecteur Dialoog & Ethiek Erik Pool. Of het in voldoende mate gebeurt, is de vraag van deze editie.

In elk geval zo’n 130 ambtenaren hebben op 27 maart, vanuit hun functie of vanuit persoonlijke betrokkenheid, de tijd genomen om naar het provinciehuis in Haarlem te komen. Daar zijn de deelnemers aan Wijs naar de Wet dit jaar te gast. Een glazen huis, zo typeert Commissaris van de Koning Arthur van Dijk de moderne aanbouw van het monumentale pand in zijn welkomstwoord. Misschien wel symbolisch, zegt hij, want zitten we daar als ambtenaren niet allemaal in?

Vergroot afbeelding Wijs naar de wet 2025 - Denker der Nederlanden Marjan Slob
Beeld: Erik Kottier

Rode vuurmier

Belangrijkste onderdeel is de Balanslezing van Marjan Slob, nog een week Denker der Nederlanden. “Fijn dat ik dit nog mag doen.” Hoe de rijksoverheid zorgdraagt voor ethiek, is volgens Slob een belangrijke vraag. En actueel, want dreigt er niet een overstroming waarin we op elkaar zijn aangewezen? Zoals – in haar beeldspraak – de rode vuurmier die in Midden-Amerika overleeft door een levend vlot te vormen?

Deze mieren klampen zich bij dreiging van een vloedgolf aan elkaar vast, waarbij luchtbellen tussen de pootjes de kluwen drijvend houden. Ambtenaren dragen zorg voor die luchtbelletjes in de vloedgolf die momenteel de wereldorde verstoort, aldus Slob. Door de pootjes ineen te haken en door de voorwaarden te scheppen waaronder ook andere leden van de groep dat kunnen doen.

Niet eerlijk

Slob ziet dat ambtenaren bijdragen aan een weerbare samenleving door te staan voor rechtvaardigheid: helder beleid, eerlijke toepassing. Maar de praktijk is weerbarstig. Het is niet altijd zo duidelijk wat rechtvaardig is. Daarover in theorie blijven spreken is niet de weg, zegt Slob, die daarbij verwijst naar de pas recent in het Nederlands vertaalde filosoof Judith Shklar (1928 – 1992). Gevoelens van onrecht zijn minstens zo belangrijk.

Mensen roepen vaker uit ‘dat is niet eerlijk’ en ‘dit is onrechtvaardig’ dan dat ze kunnen aangeven wat wél rechtvaardig is. Voor die feitelijke gevoelens van onrecht moet volgens Shklar meer aandacht zijn. Zeker als daar een gevoel van machtsmisbruik bij komt. Wat betekent dit voor ambtenaren? Slob: “Ook de rijksoverheid heeft de neiging om te focussen op een rechtvaardig proces. In plaats van op het vermijden van onrecht.”

Vergroot afbeelding Wijs naar de wet 2025 - Marjan Slob op het podium
Beeld: Erik Kottier

Moedige mensen

Hoe moet het dan? Vasthouden aan rechtvaardige procedures geeft geen garantie. Sterker nog: dat vasthouden kan de gevoelens van onrecht versterken. Dan is er sprake van passieve onrechtvaardigheid, citeert Slob de filosoof Shklar. Dat risico is bij overheidsorganisaties groot, juist omdat ambtenaren liever niet van de regels afwijken.

Belangrijk om te beseffen, zegt Slob, is dat regels geen ‘rustig moreel bezit’ zijn. Ze zijn niet objectief en tijdloos. “Mijn oma mocht als getrouwde vrouw geen bankrekening beheren, om een simpel voorbeeld te geven. Dat is veranderd omdat moedige mensen zo overtuigend protesteerden dat de wetgever ging meebewegen.” Daarom is het volgens Slob zo belangrijk om als ambtenaar goed voeling te houden met de gemeenschap.

Volgens Slob moeten dus twee dingen samengaan: staan voor de regels (want daarmee voorkom je hoe dan ook dat er dingen misgaan) én onrecht vermijden (want diezelfde regels kunnen terechte gevoelens van onrecht opwekken). Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, beseft ze. Daarom besluit de Denker der Nederlanden met enkele suggesties:

  • Verschuil je niet achter de regels

Regels zijn niet iets om blind op te vertrouwen. Daarmee laat je mensen met terechte gevoelens van onrecht in de kou staan. Luister en onderzoek hoe terecht je hun kritiek vindt. Besluit dan of je de regels moet blijven toepassen.

  • Ga in de praktijk vrijzinnig met de regels om

Durf en probeer wat ruimte te nemen om een beetje met de regels te spelen, of ze vrijzinnig te interpreteren. Burgers zullen waarderen dat je zo onrecht probeert te voorkomen (in plaats van je krampachtig vasthoudt aan ‘rechtvaardige regels’).

  • Beoordeel of gevoelens van onrecht terecht zijn

Neem gevoelens niet klakkeloos over. Soms hangen ze samen met een verkeerde of beperkte kijk op de stand van zaken. Gevoelens van onrecht zijn het startpunt van een onderzoek, geen eindpunt of dictaat.

  • Kom in beweging als je vindt dat rechtmatigheid tot onrecht leidt

Als je concludeert dat de gevoelens terecht zijn, kaart dan intern de gang van zaken aan, bijvoorbeeld in een moreel beraad. De balans tussen rechtvaardigheid en onrecht is dan blijkbaar verstoord.

Of er dan uiteindelijk iets met jouw signaal gebeurt, weet je niet van tevoren. Mocht dit niet zo zijn, en je eigen gevoel van onrecht neemt toe, dan kan gewetensnood het gevolg zijn. In dat geval, zegt Slob, moet je als ambtenaar zelf de balans opmaken. Filosofische argumenten kunnen daarbij helpen, maar bewijs leveren doen ze niet. “Want het goede bestaat niet buiten ons. We bepalen het samen, steeds opnieuw. Zo blijven we drijven.”

Na de lezing van Marjan Slob is het aan een aantal gasten om te reageren.

Vergroot afbeelding Wijs naar de wet 2025 - Jan Anthonie Bruijn
Beeld: Erik Kottier

Jan Antonie Bruijn, voorzitter Eerste Kamer: “Ambtenaren zijn de professionals”

“Je kunt nooit weten wat het goede is, dat spreekt mij aan. Er is altijd meerstemmigheid, pluralisme. Als politiek en ambtenaren moet je het samen doen, en daarbij zijn de ambtenaren de professionals. Als Kamerleden moeten wij goed naar ambtenaren en burgers luisteren. Wij werken in de Eerste Kamer nu ook met burgerpanels. Wat lastig blijft: als Eerste Kamer geef je een wet soms toch het voordeel van de twijfel, omdat er nu eenmaal ook goede effecten verwacht worden. Amendementen indienen kunnen wij niet, het is alles of niks. Ik nodig ambtenaren nadrukkelijk uit om hun twijfels bij ons op tafel te leggen.”

Vergroot afbeelding Wijs naar de wet - Munish Ramlal
Beeld: Erik Kottier

Munish Ramlal, Ombudsman Metropool Amsterdam: “Rust, reinheid, regelmaat”

“Niet schuilen achter regels, vrijzinnig met regels omgaan. Dat klinkt mij natuurlijk als muziek in de oren. Tegelijk staat die muziek wel op repeat – ik hoor dit vaker. Ik blijf mij afvragen: waarom is het zo moeilijk om echt te luisteren en signalen op te pakken? Ik zie in mijn werk een burn-out bureaucratie. Ambtenaren gaan van afspraak naar afspraak, denken noodgedwongen in hokjes en regels, en hebben geen tijd om écht te luisteren of iets op te pakken. Ik pleit voor rust, reinheid en regelmaat. Een pauze:, even geen nieuw beleid. Dat zet meer zoden aan de dijk dan de zoveelste motie of oproep tot beter luisteren.”

Vergroot afbeelding Wijs naar de wet 2025 - Bart Snels
Beeld: Erik Kottier

Bart Snels, inspecteur-generaal van Inspectie belastingen, toeslagen en douane: “Hoe dichter bij de politiek, hoe lastiger om je uit te spreken”

“Mensen durven geen toeslagen meer aan te vragen uit angst voor terugvorderingen., Zover is het gekomen. Ons stelsel is te complex geworden. Hoe maken we het beter? Ik zie verschillende rollen voor ambtenaren. Het lastige is: hoe dichterbij de politiek – denk aan de beleidsambtenaren – hoe moeilijker om je uit te spreken. Voor een uitvoeringsambtenaar is het al makkelijker, maar daar is de afstand tot de politiek weer groot. Voor een toezichtambtenaar is het misschien wel het makkelijkst, dan hoort het bij het werk om te oordelen. Tegenmacht is gewoon ingewikkeld, kijk wat er in de VS gebeurt. Soms klitten we juist te veel als mieren bij elkaar. Durven we niet anders te zijn.”

Uit de zaal komen ook vragen aan de sprekers. Vooral: waarom blijven we toch signalen missen, waarom pakken leidinggevenden ze niet op, hoe kan de samenwerking tussen Rijk en andere overheden zoals gemeenten beter – ook daar onderling veel wantrouwen – en hoe zorgen we voor dat er van binnenuit verandering op gang komt?

Mini-documentaire

Ruimte voor reflectie blijkt ook hier regelmatig het antwoord. En laat dat nu ook het onderwerp zijn van een minidocumentaire waarmee het programma deze ochtend wordt besloten. Daarin vertellen vijf (van de ruim zeventig) praktijkbouwers van Dialoog & Ethiek hoe zij binnen hun overheidsorganisatie het morele gesprek op gang brengen. De film is een ode aan hen, vertelt initiatiefnemer Victoria Dekker, (adviseur bij D&E. Munish en Marjan zitten ook de film, evenals Chris van Dam, voormalig voorzitter van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, en hoogleraar Bestuurskunde Kutsal Yesilkagit.

Een korte samenvatting (de hele film is hieronder te zien): tijd claimen voor reflectie is lastig, maar het is nodig om alle perspectieven een plek te geven, en nieuwe overheidsrampen te voorkomen. En let wel: reflecteren is ook werken. Niet alleen op vrijdagmiddag in een zaaltje, maar steeds als het nodig is. Daarom roept ook de film op om openlijk te twijfelen, te wijzen op risico’s en ergens voor te durven staan, ook al krijg je geen applaus. “Heb je recht van spreken, spreek dan ook.”

Terugblik Wijs naar de wet - Ruimte in de praktijk

  • Wijs naar de wet 2025 - de deelnemers stromen binnen
    Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier
  • Beeld: Erik Kottier