Interview Gonny van Dalfsen: 'De moed van de lange adem'
Bijna vijftien jaar werkte Gonny van Dalfsen aan ethiek binnen de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en daarmee is zij een van de voorlopers van het programma Dialoog & Ethiek. Vlak voordat zij met pensioen gaat spreken wij haar over haar werk, haar hoop en haar zorgen als het gaat over de stand van ethiek bij de rijksoverheid.
“Toen ik in 2007 bij de inspectie kwam werken, werd het me al snel duidelijk dat we iets moesten met ethiek. Dat kwam natuurlijk ook door mijn studie filosofie. Inspecteurs staan dagelijks voor heel lastige beslissingen, waarvoor je niet alleen kennis moet hebben van inhoud, wetten, regels en protocollen. Je moet ook in staat zijn om een degelijke morele afweging te maken.”
“Een voorbeeld, als je een zorginstelling sluit omdat deze niet aan de eisen voldoet, heeft dat heel veel impact voor mensen. Wat betekent dat voor de patiënten, voor hun familie, voor zorgverleners? Wat los je op, wat veroorzaak je? Wiens belangen wegen mee? Wat staat er in de wet, en wat is ‘de geest van de wet’? ”
We hadden de vaardigheden niet in huis
“De kennis en vaardigheden voor meer morele afwegingen hadden we niet zomaar in huis. We hebben daarom in 2012 de samenwerking gezocht met Bert Molewijk van het academisch ziekenhuis van de Vrije Universiteit, het VUmc. Met hem onderzochten we of morele beraden een goede manier zijn om morele vragen te bespreken in de praktijk van het toezicht.”
“De deelnemers aan de onderzoeksgroep ontdekten dat een moreel beraad iets heel anders is dan het overleg en de besluitvorming die ze gewend waren. Niet eerder hadden ze zo systematisch samen nagedacht over vragen. Ze deden nieuwe inzichten op, begrepen opeens hoe een ander keek naar de zaak. En dat het samen maken van een keuze op goede gronden ook maakt dat de schade beter te dragen is. Dat geeft rust.“
Het onderzoek wees uit dat deze werkwijze in ons werk meerwaarde had, en dat we het daarvoor een vaste plek moesten geven. We hebben samen met het VUmc hierover gepubliceerd in verschillende tijdschriften (zie bijvoorbeeld dit artikel). De ethiekondersteuning is in de jaren daarna voortgezet en sinds die tijd ben ik de trekker voor ethiek.
Huppakee
“Ondanks dat ik heel makkelijk kon leren, wilde ik na de middelbare school niet naar de universiteit. Ik koos voor fysiotherapie: werken met mensen, ze in beweging zetten. Naarmate ik daarin meer ervaring kreeg was leidinggeven een logische stap. Maar een rol als manager trok me niet. En in een loopbaantraject wees alles in de richting van ethiek. Want ik liep altijd al warm voor fundamentele vragen. Wat is goede zorg? Hoe maak je keuzes? Zijn we de goede dingen aan het doen? Voor dat soort vragen kom je er niet met maten en getallen.”
“Ik volgde een proefcollege van ethicus Paul van Tongeren, en huppakee, met twee kinderen thuis ging ik alsnog filosofie studeren in Nijmegen. Eindelijk werd ik uitgedaagd, dat was zo fijn! Wanneer ik dat zeg, raak ik nog steeds geëmotioneerd.”
Mijn scriptie ethiek schreef ik toen ik al werkte bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd. Deze ging over de rationaliteit van het toezicht.”
De morele vraag wordt vaak niet herkend
“Ik werk binnen de inspectie met een groep van gespreksleiders die allemaal specifiek hiervoor zijn opgeleid. Veel van onze gespreksleiders hebben een opleiding bij het VUmc gevolgd. Dat is belangrijk omdat een ethisch gesprek iets wezenlijk anders is dan een ander soort gesprek.”
“Gespreksleiders moeten in staat zijn om te onderscheiden wat voor vraag er aan de orde is. Is het een handelingsvraag? Is het juridisch? Of is het moreel? Veel morele vragen worden niet als zodanig herkend. Dan denken mensen bijvoorbeeld dat ze niet weten wat ze moeten doen omdat ze informatie missen. En dan gaat alle energie naar het vinden van meer gegevens, terwijl daar het probleem niet zit. Gespreksleiders kunnen helpen om het morele aspect naar boven te halen en te doorvoelen. Vervolgens reiken ze een methode aan die helpt om een gegronde keuze te maken.”
“Onder de noemer moreel beraad hebben we als ethiek-team allerlei werkvormen in onze bagage, zoals de dilemmamethode of het socratische gesprek. Ook gebruiken we methodieken uit andere tradities en opleidingen. Voor startende inspecteurs hebben we een e-learning gemaakt en ze nemen ook allemaal deel aan een moreel beraad. En met teams werken we aan het versterken van hun moreel kompas.”
“In vijftien jaar is het één keer voorgekomen dat het vraagstuk maatschappelijk zo gevoelig lag dat ik onze partner van het VUmc, Bert Molewijk, heb gevraagd als gespreksleider. Ik vond dat toen nodig om onafhankelijkheid te garanderen. En ik wilde ook niet dat het besluit zou gaan kleven aan een van onze interne gespreksleiders.”
Dringende vragen
“Omdat men binnen de Inspectie wist dat ik van techniek en innovatie houd, is me een paar jaar geleden gevraagd om me te gaan richten op onze informatievoorziening. Hierdoor ben ik me veel bewuster geworden van de ethische kanten van digitalisering. Om nog beter beslagen ten ijs te komen heb ik ook een extra opleiding gedaan over implementatie van data-ethiek. Veel mensen denken dat een gesprek over data-ethiek te technisch voor ze is. Voor mij zijn het vooral dringende morele vraagstukken, waar we het echt over moeten hebben, anders zijn we te laat. Het is opletten geblazen.”
“Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van robots in de zorg. Wat betekent dat? En hoe geef je het toezicht daarop vorm? Of denk aan medicijnen die je kunt maken met een 3D-printer. Hoe gaan we dat doen met het voorschrijven? Wie mag de printopdracht geven? En hoe gaan we om met data? Er zijn zoveel ontwikkelingen gaande en de ethische vragen worden steeds dringender. Ik ben blij dat ik hiervoor aandacht heb kunnen wekken binnen onze organisatie.”
Wat wil je aan je opvolgers meegeven?
Niet te makkelijk denken over gespreksleiding
“In de eerste plaats om niet te makkelijk te denken over het vak van gespreksleiding. Dat geldt voor gespreksleiders zelf, maar ook voor de bestuurders van organisaties. Het is echt niet niks, om gesprekken over gevoelige morele vraagstukken te begeleiden. Dat gaat in je zitten, dat draag je mee. Ook al neem jij het besluit niet, het is een grote verantwoordelijkheid. Mijn advies is om daarover in gesprek te gaan met mensen. Om dat niet in je eentje te dragen.”
Moed van de lange adem
“Het vergt een soort lange-ademmoed om ethiek iedere keer weer op de agenda te houden. Ik ben vaak bij het managementteam en de bestuurder geweest. Steeds weer moest ik ervoor op de barricade. Steeds weer moet je zeggen dat het belangrijk is. Dat het geen hobby is. Dat het niet hetzelfde is als wat vertrouwenspersonen of intervisiebegeleiders doen. Op zich zijn ze het roerend met me eens, maar hoe maak je tijd, ruimte, capaciteit vrij? Het sneeuwt zo snel onder in werkdruk, verantwoordingsdruk en tijdgebrek. Daarom heb je een lange adem nodig.”
Op kwaliteit sturen
“Ik ben heel blij met de vele ontwikkelingen op het gebied van dialoog en ethiek binnen de rijksoverheid. Er gebeurt veel, op veel plaatsen. Dat betekent ook dat je goed moet opletten dat je de kwaliteit borgt. Een gevaar dat op de loer ligt is dat we de oplossing in simpele regels, formats en vragenlijsten gaan zien. We werken een lijstje af en hebben dan ‘ethiek bedreven’. Maar het is gevaarlijk om ethische besluitvorming zo te formaliseren. Een moreel beraad is bij uitstek een onderzoek dat zich niet laat afvinken. Daarvoor is het veel te fundamenteel; je hebt de dialoog nodig.”
Digitalisering omarmen
“Laat de maatschappelijke vragen die zich aandienen door de razendsnelle ontwikkelingen in informatietechniek niet over aan louter technisch of juridisch toegeruste collega’s. De morele vragen zijn daar te dringend voor.”
Tot slot, hoe neem je afscheid?
“Het zal je misschien verbazen, maar ik ben toch blij dat ik in eerste instantie voor fysiotherapie heb gekozen. Het werken met mijn handen, als tegenhanger van mijn altijd actieve hoofd, is heel goed voor mij. Ik werk nog steeds heel graag in de tuin of met klei. Daar ga ik nu weer veel meer tijd voor krijgen.”
“Ik ben blij dat ik heb kunnen meehelpen om ethiek handen en voeten te geven binnen de Inspectie. Veel meer dan wanneer ik manager was geworden denk ik! Waar ik wel zorgen over heb is de nog verder oplopende werkdruk door de taakstelling en alle uitvoeringsproblemen. Dat is geen makkelijke omgeving om ruimte te blijven maken voor goede morele afwegingen.
“Maar ik heb fantastische, kundige collega’s bij wie het in goede handen is.
Ik ga het loslaten.”
door Caroline Wiedenhof