Hannah Arendt Podium > verslag 'De Glijdende Schaal'

Het is best wat voor onze kleine organisatie om een spreker uit België over te laten komen, maar in dit geval leek ons dat zeer de moeite waard. Dat anderen dat ook vonden bleek wel uit de volle zaal; meer dan 100 ambtenaren waren op 5 september gekomen om te luisteren naar Christophe Busch, directeur van het Hannah Arendt Instituut van onze zuiderburen, die sprak over de glijdende schaal. Ofwel: hoe kan het dat mensen afglijden naar collectief geweld en totalitarisme als oplossing? Hij promoveerde binnen holocaust- en genocidestudies op door daders gemaakte beelden van de holocaust. Bovendien schreef hij onlangs het boek De Duivel in Elk van Ons, waarin dezelfde vraag centraal staat. In dat boek komen vier verhalen van verschillende daders voorbij, op verschillende niveaus. Immers, we zijn gewend te lezen over de top van zo’n totalitair regime, maar weten maar weinig over de dienstdoende ambtenaren, kampbewakers en anderen die toch net zo essentieel waren om een vernietigingsmachine als deze in gang te houden. Thijs Jansen attendeerde ons op het boek en stelde voor eens met Busch in gesprek te gaan tijdens een Hannah Arendt Podium. Dat deden we maar wat graag.           

Beeld: ©Winnie Hänschen

Het is voor ambtenaren in het hier en nu namelijk ook relevant: de potentie tot kwaad zit in iedereen, aldus Busch. Het boek van Rutger Bregman, ‘De Meeste Mensen Deugen’ klopt dus niet als je het hem vraagt. We kunnen weliswaar allemaal deugen, we kunnen ook allemaal kwaad doen: het slechte zit niet in iemand anders verborgen, het zit ook in jezelf. Des te belangrijker is het dus om kritisch te blijven nadenken, en niet iets uit te voeren simpelweg omdat een ander het zegt. Hetzelfde geldt voor ideologieën: die zijn niet per se fout, maar ook daar zou je er goed aan doen om niet klakkeloos achter een gedachtegoed aan te hollen. Kortom, het gaat fout wanneer mensen zelf stoppen met nadenken.   


Dat lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het lang niet altijd. Hoewel de geschiedenis zich niet letterlijk herhaalt (Busch heeft het over een iteratief proces), zie je wel patronen die gelijksoortig zijn. Innovaties hebben bijvoorbeeld steeds weer een effect op waarheidsverval. Dat zag je bij de komst van de radio, de tv en nu met internet en in het bijzonder sociale media. Je hoeft dan ook geen nazi te zijn om bij te dragen aan het afglijden van de democratie. Op 6 januari 2021 bestormden aanhangers van Donald Trump het Capitool in Washington D.C. Hun reden daarvoor was dat ze de democratie zouden moeten redden; de verkiezingen waren gestolen en de orde moest worden hersteld. Dat daar niets van klopte deed helemaal niet ter zake. Immers, een overtuiging is niet iets dat waar ís, het is iets waarvan je gelooft dat het waar is. Hetzelfde zie je terug bij vormen van magisch denken: mensen die geloven in de platte aarde zijn maar moeilijk te overtuigen van het tegendeel. Een tegenargument redeneren ze weg. Met andere woorden: ze denken rationeel binnen een absurd denkkader.                

Beeld: ©Christophe Busch

Busch leidt ons vervolgens door crisisnarratieven heen: verhalen over hoe de wereld ervoor staat kunnen angstgedreven zijn en kunnen mensen een gevoel van urgentie geven, die doorslaan in extremistische denkkaders. Het crisisnarratief over migratie kan bijvoorbeeld doorslaan in verhalen over ‘omvolking’, die vervolgens gebruikt kunnen worden als reden voor geweld. Denk aan de aanslagen gepleegd door Brenton Harrison Tarrant in Nieuw-Zeeland, Anders Breivik in Noorwegen en Dylann Roof in de VS. Gebeurtenissen zoals die triggeren andere, soortgelijke gebeurtenissen. John T. Earnest raakte naar eigen zeggen geïnspireerd door Tarrant, en pleegde een aanslag op een moskee en daarna op een synagoge die hij, net als Tarrant, via Facebook Livestreamde. Op dezelfde manier volgden Braziliaanse aanhangers van Bolsonaro het voorbeeld van de aanhangers van Trump en bestormden regeringsgebouwen in Brasilia. Het bestaan van zo’n eerdere handeling geeft als het ware een handelingskader voor iemand in dezelfde denkgroef.

Beeld: ©Christophe Busch

            Maar hoe geraak je dan in zo’n denkgroef? Busch laat ons zien dat mensen vooral verleid raken door de verbindende kant van een ideologie. Je wil bij het positieve horen waar de ideologie voor staat, en leert daarom wegkijken van het nare. En vanuit daar word je, als een kikker die langzaam gekookt wordt, steeds verder meegenomen. Het nare wordt steeds naarder, en kan dan uiteindelijk uitmonden in geweld, waartegen je niet opstaat of waar je misschien zelf aan meedoet. Daarvoor zijn geen simpele redenen aan te dragen; het is een complex samenspel. Maar er zijn wel elementen die steeds terugkeren:

  • Het dehumaniseren: in taal en denken worden bepaalde groepen mensen ontmenselijkt. Je vergelijkt ze bijvoorbeeld met beesten of dingen, noemt ze ‘infestaties’ alsof een groep mensen een plaag is.
  • Toxificatie: je maakt de groep gedehumaniseerde mensen giftig voor jouw groep. Met andere woorden; je maakt een verhaal waarin jouw groep in actie moet komen tegen de andere groep om zichzelf te beschermen.

Die elementen staan natuurlijk niet los van wat er verder speelt. Vaak is er onrust in de samenleving en het maatschappelijk landschap. Het huidige regime komt onder druk te staan en vanuit die druk ontstaat ruimte voor vernieuwing. Dat woord heeft bij ons een positieve bijsmaak, maar iets nieuws kan dus ook (het begin van) een extremistisch denkkader zijn.

            Busch drukt ons tot slot op het hart dat een verglijdend denkkader maar moeilijk te bemerken is, en dat het des te belangrijker is om scherp te blijven op welke gevolgen het heeft. Stel je zelf daarom regelmatig de vraag: wat als dit de nieuwe norm wordt? Juist als je voor de democratie werkt, is dat een onderdeel van je vakmanschap. Het borgen van pluraliteit en kritisch vermogen is van het grootste belang, want in systemen waarin uniformiteit de norm is, staat verval om de hoek.

            Precies daarom besteden we het laatste deel van de middag aan het nadenken over momenten waarop je als ambtenaar in je werk zelf het gevoel had dat er iets op de glijdende schaal terechtkwam, en vroegen we ons af hoe we toen gehandeld hadden en of we iets anders hadden moeten doen, moreel gezien. Een aantal van die inzichten werd door aanwezigen gedeeld in het door Thijs Jansen geleidde plenair gesprek, dat de afronding van deze boeiende ontmoeting vormde.

Door: Winnie Hänschen

Voor meer informatie over het Hannah Arendt Podium ga naar: Hannah Arendt Podium | Dialoog & Ethiek | Grenzeloos Samenwerken