Ontwerp je maatschappelijke opgave aanpak
Hoe kunnen we onze eigen ontwerpkracht bundelen met die van de creatieve sector? Hierover ging de rijksbrede Kenniskringbijeenkomst Opgavegericht Samenwerken afgelopen vrijdag. Renske Bouwknegt en Wendelien Nomden van de Publieke Ontwerppraktijk (PONT), vertelden hoe dit nieuwe rijksbrede programma een brug wil slaan tussen de creatieve sector en het publieke domein om de impact van een ontwerpende aanpak op maatschappelijke opgaven te vergroten.
Ontwerpen in het publieke domein
Zonder het wellicht zelf te beseffen zetten we allemaal ons creërend vermogen in tijdens het samenwerken aan maatschappelijke opgaven. Door de complexiteit van opgaven werkt een ‘planmatige recht op het doel af – aanpak’ niet. Hoe dan wel? Stapsgewijs ‘ontwerpen’ we onze aanpak in een gezamenlijk zoekproces naar wat zou kunnen en hoe dat bereikt kan worden. Zo bedenken we een aanpak om met verschillende betrokkenen tot een gemeenschappelijke visie te komen op de opgave en hoe we daarbij van elkaar kunnen leren. We vragen ons af hoe we oplossingen uitvoerbaar kunnen maken, wie en wat we daarbij nodig hebben en hoe we dit organiseren. Zo zijn er nog meer ‘hoe dan?’ aspecten die een beroep doen op onze ‘ontwerpende’ kwaliteiten. Flexibiliteit opbrengen om gedurende de rit bij te stellen hoort daar ook bij.
De term 'ontwerper'
Bij de overheid gebruiken we de term ‘de ontwerper’ in deze context niet zo vaak. Bekendere termen zijn facilitator, procesbegeleider, projectmanager, kwartiermaker, trekker, aanjager, dealmaker, makelaar. De creatieve sector beperkt zich al lang niet meer tot productontwerp. In diverse fasen kan deze sector publieke ontwerpers helpen met het vormgeven van het samenwerkingsproces. Ontwerpers uit de creatieve sector doen bijvoorbeeld contextonderzoek naar de leefwereld van mensen. Ze zetten verbeeldingskracht, systeemdenken en creativiteit in om tot nieuwe perspectieven op een vraagstuk te komen. Dat helpt bij visievorming, zicht krijgen op handelingsperspectieven en het bedenken van oplossingsrichtingen. Ontwerpers ontwikkelen procesinterventies en bieden structuur voor een productieve samenwerking.
Project Doortrappen
Voorbeeld van het gezamenlijk optrekken met ontwerpers uit de creatieve sector is het project Doortrappen van het Ministerie van IenW. Dit project richt zich op de gezondheid en het in beweging blijven van oudere mensen met aandacht voor veiligheid. Het werkt niet als je een uitnodigingsbrief stuurt voor deelname aan een fietstraining.
“Mijn moeder zegt dan: ‘Ik fiets al sinds m’n derde. Die fietstrainingen kan ik zelf geven’”, geeft Renske aan. “Dan heeft de ontvanger niet het idee ‘Hé, dit gaat over mij!’”.
Stappenplan
Dus is er een soort stappenplan (een ‘service blue print’) ontwikkeld waarbij gaandeweg meer inzicht ontstond over de oudere fietser en bewustwording bij die fietser waar je rekening mee moet houden tijdens het fietsen op oudere leeftijd. Ontwerpers gingen met IenW mee op bezoek bij de Klaverjasvereniging en die voor plattelandsvrouwen.
“Eerst vinden ze ons bezoek wat vreemd, maar al snel ervaren ze het als zinvol. We stellen vragen als: Hoe is het om oud te worden? Wat voor soort fietser ben je? Wat betekent fietsen voor je?”
De ontwerpende aanpak gaat ook over doorleven, co-creatie, eigenaarschap, leiderschap, doorbouwen en doorzettingsmacht. Dus is er gehandeld op basis van de opgedane inzichten. Elke provincie heeft nu een Doortrapprogramma. Steeds meer ouderen nemen deel aan een ‘doortrapgroepje’. Organisaties als Veilig Verkeer Nederland en de Fietsersbond hebben hun trainingen aangepast op basis van de resultaten van het project. Daarvoor is het wel nodig om aan te sluiten bij elkaar en tegelijkertijd ruimte te bieden aan de eigen kracht van betrokkenen. Fietsstimulering is wellicht niet jouw vak, maar wel veiligheid.
Weerbarstige praktijk
Dat klinkt ideaal, die samenwerking tussen de publieke en creatieve sector ontwerpers, maar de praktijk is weerbarstig. Wendelien vertelt over ‘vastlopers’: datgene waarop deze ontwerpers vastlopen in de organisatie, maar wat je wel kunt overbruggen. Bij de overheid gaan we vaak recht op het doel af met strakke planningen en de inzet op zichtbare resultaten. “Als daar al meer van zou zijn, zou dat ook al helpen”, klinkt het in de zaal. De deelnemers constateren dat het doel dan al snel uit het zicht verdwijnt.
‘Ontwerp’, waar hebben we het dan over? PONT onderscheidt 4 kerncompetenties in de ontwerpende aanpak: het reframen van bijvoorbeeld het vraagstuk, het integreren van verschillende perspectieven, het vormgeven van ideeën en concepten van nieuwe toekomsten en het orkestreren van productieve samenwerking.
“Bij de overheid bestaat de reflex tot rationaliseren, want de component mens is ingewikkeld”. “Soms zijn we nog verliefder op de actie of het product zelf.”
Schurende aanpak
Deze overheidswereld schuurt met de aanpak van ontwerpers. Zij onderzoeken wat het doel eigenlijk is, sturen gaandeweg bij, zetten in op kwalitatieve kpi’s. Het is daarbij moeilijk meetbare maatschappelijke effecten aan te tonen. Wat er gebeurt in een opgave is relationeel en situationeel gedreven. Wat je doet of ontwikkelt is niet altijd schaalbaar. Soms ontstaan er neveneffecten, wat een ethisch vraagstuk oplevert: moeten we dat wel willen? Ontwerpers helpen dan met systemische analyse en reflectie.
“Bij de overheid is er een sterke neiging om de analyse over te slaan, terwijl 70% van de tijd gaat over het begrijpen van het probleem en het scherper formuleren waar je naartoe wilt.”
PONT, de publieke ontwerppraktijk
De staatssecretaris van OCW wil, conform de opdracht uit het regeerakkoord, de creatieve industrie betrekken bij maatschappelijke opgaven. Deze industrie zet namelijk verbeeldingskracht in om tot doorbraken te komen, beschikt over een gereedschapskist vol creatieve methodes om niet-conventionele oplossingsrichtingen te vinden en deze industrie is bedreven in het betrekken van gebruikers en burgers, een belangrijke voorwaarde voor de aanpak van opgaven.
Het programma PONT heeft als opdracht zich te richten op het scheppen van condities om de ontwerppraktijk bij maatschappelijke opgaven vol te houden. PONT kent 5 pijlers:
- Tempel: systemische analyse en intervisie
- Werkplaats: praktijkgerichte innovatie
- Plein: ontmoeting en uitwisseling
- School: samen leren
- Praktijk: samen praktijkbelemmeringen duiden en interventies ontwikkelen
PONT wil kleine succesjes breed delen. PONT zet impactversterkers in die helpen met belemmeringen in de praktijk, interventies en het opdoen van lessen. PONT verkent het starten van een rijksbrede ontwerperscommunity.
De deelnemers constateren dat er weliswaar verschillen rollen zijn in de samenwerking, maar dat je als ‘gouden duo’ in partnership kunt optrekken. “Interdisciplinair werken vraagt wel meer dan meer dan 2 disciplines in een ruimte zetten.”, merkt een deelnemer op. “Je moet wel weten waar je naartoe werkt.”
Orkestreren
De term ‘orkestreren’ houdt de gemoederen nog wat bezig. Van ‘een typisch Delfts woord’ tot ‘gaat het niet meer om improviseren als Jazzgroep?’. Uiteindelijk kunnen de meesten zich toch wel vinden in deze term voor het organiseren van het samenwerkingsproces bij maatschappelijke opgaven.
“De vraag is vooral: wat voor een orkest willen we zijn? Symfonie, jazz…?”
Tijdens deze bijeenkomst gingen de vaste leden van de rijksbrede Kenniskring Opgavegericht Werken in gesprek met collega’s van het programma PONT, diverse ministeries, een aantal gemeenten en onderwijsinstellingen.
Wil je meer informatie over PONT? Ga dan naar hun website 'de ontwerpende aanpak'.