Hebben ambtenaren een eigen morele verantwoordelijkheid?
Op dit moment staat ambtelijk activisme bij elke publieke organisatie op de agenda. Binnen deze discussie rijst een belangrijke vraag: hoever reikt de eigen morele verantwoordelijkheid van ambtenaren richting de samenleving en waar ligt de grens?
Het beïnvloeden van het dagelijks leven
Met ons ambtelijk werk beïnvloeden we het dagelijks leven van mensen namelijk aanzienlijk. Daarom hanteren we de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het legaliteitsbeginsel, als leidraad voor ons handelen. Dit beginsel komt ook terug in de Gids Ambtelijk Vakmanschap: legitimiteit. Het houdt in dat ons handelen berust op wetten en regels. Tegelijkertijd dienen we ons te realiseren dat de bedoeling van de wet belangrijker is dan de regel zelf.
Vaak is ambtelijk maatwerk vereist. Als ambtenaar ben je op die manier medeverantwoordelijk voor goed bestuur. De samenleving is afhankelijk van ons vermogen om weloverwogen beslissingen te nemen bij de uitvoering van overheidsbeleid. Dit onderstreept de noodzaak om deze verantwoordelijkheid van ambtenaren op alle mogelijke manieren te erkennen, politieke ruimte te bieden en te investeren in hoogwaardige opleidingen.
Door een opgeblazen ambitie om fraude te bestrijden, konden veel van de Toeslagenouders jarenlang onterecht worden gekenmerkt als fraudeurs.
Waar plaatst de ambtenaar zich?
Ik moet vaak denken aan ambtenaren die in dit soort voorbeelden de juistheid van het handelen van de eigen organisatie kritisch bevragen op het moment dat het staat te gebeuren. Deze ambtenaren plaatsen zichzelf instinctief tussen het politieke bestuur en de samenleving in en kennen het juiste gewicht toe aan hun eigen handelingen. Maar in de praktijk staan ze er vaak alleen voor. Het handhaven van beginselen van goed bestuur krijgt in hun omgeving op cruciale momenten geen prioriteit en hiervoor heb ik nog steeds geen sluitende verklaring.
Ontwikkelagenda Rijksdienst en nieuwe ambtseed
Getuige de ontwikkelagenda rijksdienst (‘waardenvol werken’) en de inhoud van de nieuwe ambtseed zijn we op de goede weg. Beide benadrukken dat ambtenaren in het algemeen belang van onze samenleving werken. Bovendien drukt de nieuwe eed nog beter uit dat ambtenaren in hun werk met alle mensen omgaan op basis van rechtvaardigheid, gelijkwaardigheid en respect. En dat we ons daar maximaal voor moeten inspannen. Het moment is aangebroken om deze inspanningsvereiste concreet te verankeren in de ambtenarenwet, de politieke-ambtelijke spelregels op dit vlak te verhelderen en het opleidingsaanbod te versterken.
Over de auteur
Jesper Betsman schreef dit column naar aanleiding van een lezing over ambtelijk vakmanschap. Dit deed hij voor leden van de medezeggenschap van BZK en Caribisch Nederland. Hij poogt in zijn columns een inhoudelijke discussie te voeren over ambtelijk vakmanschap en welke rol wij als ambtenaar daarin kunnen spelen.