"Er is geen recept voor tegenspraak, het begint bij reflectie"
In gesprek bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed
Dialoog & Ethiek begeleidde al meer dan 120 dialogen, van klein tot groot, van 3 tot 100 mensen. Hoe gaat zoiets? Op 1 november zitten zo’n 30 collega’s van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed in Den Haag bij elkaar. Op zoek naar handvatten voor een goed gesprek.
Niet alleen de RCE doet mee. Op nog drie locaties gaan collega’s van OCW met elkaar in gesprek. Op het scherm vanuit Amersfoort leidt Erik Pool, programmadirecteur van Dialoog en Ethiek, de middag in. Hij las op de website dat OCW een land wil waar je jezelf kan zijn, je kan ontwikkelen en uiten – en hij houdt het ministerie een spiegel voor: maken ze dat zélf waar?
Tom de Smet, plv algemeen directeur van het Nationaal Archief, ziet ruimte voor verbetering en zegt in zijn welkomstwoord: “Initiatieven als ambtelijk vakmanschap en OCW Open zijn broodnodig. Openheid is meer dan een handleiding. Ik merk nog regelmatig dat het stilvalt als er een directeur de kamer binnenkomt. Dat zou niet moeten, zo wil ik niet werken.”
Erik Pool doceert een dik halfuur over macht, moed en tegenspraak en geeft voorbeelden van Kopland tot Aristoteles en soepgooiende klimaatactivisten (zie samenvatting in kader). Tegenspraak blijkt hard werken en veel oefenen. En collectieve moed is misschien wel belangrijker dan individuele moed. De lichting Den Haag kijkt geboeid naar het scherm.
Oefenen met de waarheid
En dan moeten de aanwezigen eraan geloven: zelf oefenen. Op de verschillende locaties gaan collega’s ‘waarheid spreken’. Dat kan op allerlei manieren, legt Erik de oefening uit. Als expert grijp je terug op feiten, als flapuit praat je voordat je denkt, als profeet mag je graag waarschuwen en als filosoof ben je vooral op zoek naar de essentie. Kies je voorkeursrol, luidt de opdracht, en ga in gesprek over de op OCW geïnspireerde vragen:
· Zijn wij een lerende organisatie (onderwijs)?
· Zijn wij een inclusieve organisatie (cultuur)?
· Zijn wij op zoek naar nieuwe inzichten (wetenschap)?
· Staan wij voor een open gesprekscultuur (media)?
Gespreksleiders Jessica en Valerie staan de mensen van de RCE in Den Haag bij. Valerie werkt zelf bij de Dienst Toeslagen en geeft een voorbeeld. “Zijn wij een lerende organisatie? Als flapuit zeg ik dan: nee. Als het moeilijk of druk wordt, vallen we terug op productie draaien. Ook al vinden we dat het eigenlijk anders moet.”
In groepjes van vier gaat het gezelschap uiteen. Bij de RCE blijken veel filosofen te werken, een enkele flapuit, een paar experts en profeten. “Staan wij voor een open gesprekscultuur? We willen die wel, maar het lukt niet altijd.” En: “Openheid is ook iets doen met de feedback die je krijgt en die niet naast je neerleggen.”
Geen recept
Na de oefening blijken er nog veel vragen. Waarheid spreken, kan dat wel, of is het altijd vanuit een perspectief? Jessica: “Soms voel je dat iets waar is – dat is niet per se zo, maar het is wel onderzoeksmateriaal. Waarom vind ik dat? Welke waarde wordt hier aangesproken?” En: “Misschien gaat het niet zozeer om waarheid als om collectieve wijsheid, zie het verhaal van Erik.”
De zaal is duidelijk op zoek naar praktische manieren om met dit thema verder te gaan. We kijken erg naar onszelf, maar kunnen we niet beter een gesprek voeren over de organisatiecultuur, vraagt een van de aanwezigen zich af. Volgens Jessica helpt de oefening om niet te gaan beschouwen, maar echt te denken wat jij ervan vindt. “Er is geen recept voor tegenspraak, het begint met reflectie.”
Maar dan nog: de macht tegenspreken, zoals Erik bepleit, hoe doe je dat? Daarover doorpraten is verstandig, vindt ook Jessica. En daarvoor worden door het programma Dialoog en Ethiek dan ook gespreksleiders geworven en opgeleid. Doen dus. Dit is pas het begin.
Oefenen met tegenspraak
Denkoefening: hoe kan je een collega helpen zich uit te spreken?
Vraag je af:
- Vind ik het makkelijk me uit te spreken?
- Welke onderwerpen of situaties maken het moeilijk?
- Welke woorden van een collega zouden op dat moment helpen?
- Formuleer dit als ‘ik wens dat…’
- Neem deze woorden mee naar een volgend werkoverleg