In 5 dagen met 80 vakgenoten bouwen aan de toekomst van onze infrastructuur

Een spannend avontuur. Met tachtig man inschepen op vier oude zeilschepen, aankomen op een eiland en daar samen plannen maken voor de toekomst. Werken aan een duurzame toekomst voor de infrastructuur van Nederland.

Kan een club van bestuurders uit de infra- en bouwsector in 5 dagen tot een gedeelde urgentie komen die het startsein vormt voor verandering en een gedragen aanpak voor de toekomst?

“De urgentie is er. De infrastructuur van Nederland is aan vervanging toe. Naast dat de werken aan het einde van hun levensduur komen heeft klimaatverandering effect op onze leefomgeving. Ook stellen we nu andere eisen aan onze mobiliteit dan 50 jaar geleden. Deze aspecten moeten we meenemen in de grote vervangings- en renovatieopgave die voor ons ligt. Dat is een enorme taak. Ondertussen nemen de arbeidskrachten in de infra-, bouw- en technieksector af. Toch moet de snelheid waarin wij inspelen op de grote uitdagingen die voor ons liggen omhoog! Hiertoe moeten we innovatieve oplossingen delen.” Met deze oproep nam een informele groep van bestuurders uit de sector het initiatief voor een 5-daagse. Om praktische redenen is daarvoor een Stichting opgericht Deze Stichting Toekomst Infra Nederland is een samenwerking van bestuurders van rond de 35 partijen uit de infrastructuur: bouwers en ontwerpers, kennisinstituten, wetenschap en overheden. Aan de oproep om deel te nemen aan de 5-daagse werd enthousiast vervolg gegeven: op 16 mei stapten tachtig deelnemers in Harlingen aan boord van drie klassieke zeilschepen, met als bestemming Terschelling. Over het verloop van de 5-daagse ging de razende reporter in gesprek met een aantal enthousiaste deelnemers.

Denken vanuit de opgave
Arie Bleijenberg (strategisch adviseur op het kruispunt van economie en duurzaamheid): “Het nieuwe inzicht dat de 5-daagse me heeft gegeven met deze aanpak is dat de infrasector vooral met projecten bezig is, vaak heel grote projecten. Maar dat de context van die projecten, het project overstijgende deel van de grotere opgave veel minder aandacht krijgt. De 5-daagse heeft daar verandering in gebracht. De gevolgde aanpak leent zich goed voor het aanpakken van wezenlijke problemen. De deelnemers moeten dat ook zo voelen, invloedrijk zijn en de bereidheid hebben om te werken aan een oplossing. Als ik nu kijk naar de opbrengst dan is er een hecht netwerk ontstaan, vooral op projectniveau. Wat zich nog zal moeten bewijzen of de sectorbrede zaken ook structureel beter zijn neergezet- het fundament ligt er in ieder geval.”

Coalition of the willing
Leentje Volker, hoogleraar aan de Universiteit van Twente schreef een enthousiast reisverslag dat werd gepubliceerd op de site van The Optimist. Het artikel sloot af met de conclusie: “Wat voel ik mij trots hier een steentje aan bij te kunnen dragen.” Leentje: “Deze 5-daagse gaf me echt hoop voor de toekomst. Met de deelnemers raakten we in een flow, die moeten we zien vast te houden. Iedereen gaat door zijn of haar deelname vanuit hun eigen rol hun bijdrage verder brengen. Voor mij vanuit een kennisinstelling is dat bijvoorbeeld dat er meer ruimte is voor lerend en ontwikkelend vermogen in organisaties. Het Terschellingnetwerk kun je dan gebruiken om daar steun te vinden, elkaar op te zoeken en scherp te worden gehouden in wat je doet. Tijdens de 5-daagse werden we begeleid door professionele facilitators, met een duidelijke stapsgewijze aanpak om tot resultaat te komen. Het proces dat we daarbij gevolgd hebben bindt. Ik ervaarde vanuit mijn professie dat we nu echt in ecosystemen moeten gaat denken, als een heterogeen netwerk dat de partijen van de quadruple helix omvat en dat samenkomt rond een gedeelde waarde propositie: the coalition of the willing. Met de individuele bereidheid daar een bijdrage aan te geven. Ik had op Terschelling voor het eerst het gevoel dat we dat daar actief mee bezig waren, dat we boven de projectmatige opgave uit konden stijgen en dat ieder vanuit zijn of haar rol een duidelijk onderdeel van was. Het werken vanuit een waarde propositie is een veel natuurlijker manier om samen te werken dan via aanbestedingen en projecten alleen. Dat kan ook voor andere opgaven zoals bijvoorbeeld de zorg, gezondheid of de landbouw.”

Ik was er bij!
Joep van Leersum is afkomstig van IBM en werkt aan IT-oplossingen voor de energie- en de inframarkt. “Wat ik belangrijk vind is een waardeketen-analyse: welke partijen hebben een voordeel of een nadeel met waar we mee bezig zijn. Ook de partijen met een nadeel moet je uitnodigen voor een gesprek. Dat viel me wel op dat iedereen zich tijdens de vijfdaagse voorstelde op het infraproject waar hij/zij vanuit zijn rol betrokken in is: “ik heb die tunnel gebouw, dat tracé aangelegd.”  Maar wat ik miste, is de koppeling aan de bovengelegen doelen, bijvoorbeeld: “Ik heb geholpen om de filedruk op dat knooppunt met x% te verminderen”. Dat gezamenlijk doel waar alle partijen zich aan committeren. In de energiewereld zijn dat storingsgebruikminuten: iedereen in de sector werkt aan dat doel. Het zou mooi zijn als in de infrasector er ook zo’n concretisering beschikbaar zou zijn. Het mooie van de vijfdaagse vind ik dat het blijft leven, mensen weten elkaar te vinden fysiek en in app-groepjes. Er zijn allerlei groepjes aan het doorpraten en bezig zaken te concretiseren, er is in september een terugkomdag. Je zou bijna een badge willen dragen: ik was er bij!”

Zorgen voor versnelling
Sander den Blanken is Director Commercial Business Development bij BAM Infra Nederland. “Het netwerk dat is ontstaan is heel krachtig. Er zijn appgroepen en in totaal acht vanuit de deelnemers geformeerde werkgroepen actief. Iedereen draagt daar vanuit zijn eigen achtergrond aan mee. Ik merk dat vanuit BAM veel van mijn collega’s het belang van de opgave de infra-sector ook onderkennen er serieus tijd in willen investeren, dat is wat het ons allemaal bindt. Mijn inzicht is het belang van verduurzaming, mede ook vanwege de tekorten aan grondstoffen. En voor BAM het besef dat je als bouwonderneming ook in de voorfase een belangrijke rol kunt spelen in het vormgeven van hoe je de opgave aanpakt. De aanpak zoals hier toegepast kan volgens mij ook goed werken voor versnellingen bij andere opgaven die er toe doen, met mensen die intrinsiek gemotiveerd zijn er in te stappen.

Maar hoe verbreed je de coalitie?
Aernout van der Bend, directeur van kennisplatform NGinfra: “Mijn belangrijkste nieuwe inzicht is dat de dialoog tussen opdrachtgever met opdrachtnemer op een andere manier moet worden ingevuld om resultaat te kunnen boeken op de noodzakelijke transities.  De bestaande regels zoals die van aanbestedingen helpen niet mee om de beste oplossing te krijgen. Je hebt lef van mensen nodig om dat te doorbreken. Ik heb laatst op ons congres Infratrends ook aandacht gegeven aan onze vijfdaagse. Wat ik merk: iedereen herkent de boodschap en de noodzaak om de opgave aan te pakken. Maar tegelijkertijd zie ik dan dat het dan daarbij blijft. De deelnemers van de vijfdaagse zijn er wel mee bezig en dragen de boodschap uit- maar hoe zorg je nou voor een verdere verbreding? En daarbij vermoed ik dat we elk net een andere, eigen, boodschap uitdragen.
Voor mij is de vijfdaagse relationeel een goot succes, maar het is wel tijd om na te denken hoe je dit echt kan laten landen.”

Het grotere plaatje
Peter Westra is directielid bij de SealteQ Group “Wat ik heb ervaren is dat we als vertegenwoordigers als werkgevers van organisaties zijn gestart. De reis die we maakten zorgen er voor dat we er op drag drie als individu, als mens zaten. Dat was een bijzondere ervaring, hoe je mindset dan verandert. Ons ecoysteem heeft weer raakvlakken met heel veel andere systemen. Dat heeft ook invloed op het benoemen van de centrale opgave. Aanvankelijk was de focus op de vervangings- en renovatieopgave (V&R) zoals benoemd door Rijkswaterstaat, maar gaandeweg verplaatste die focus zich naar de grotere opgave daarboven. Als we maar blijven bouwen in regio’s waar de voorzieningen van energie en de infrastructuur niet toereikend zijn: het besef ontstond dat dat er ook toe doet en meegenomen moet worden.

Rituele breuk met het verleden
Joost Merema van PRO6 managers: “Wat ik wil toevoegen aan wat al gezegd is: het procesontwerp voor hoe nu verder is nog niet gemaakt: van wie is het, wie is er van  welke rollen zijn er, hoe door met de bestaande groepen. Daarnaast wil ik stilstaan bij de onderstroom. Ik heb gevoeld dat van een hoop eigenaren van problemen er een omslag is gekomen naar verantwoordelijkheid voor de oplossing. Toen ik terug op mijn bedrijf mijn ervaringen deelde  was de reactie van vooral 35-minners ‘Oh daar heb je weer zo’n groepje’. We zaten met zijn allen in een boot, en toen stonden we met zijn allen op het wad, tot onze enkels in het water. Dat is voor mij symbolisch geweest voor een omslag dat ik me pas echt realiseer dat wij in de infra-wereld zaken niet goed doen. Ik ben geen toeschouwer daarvan maar voel me onderdeel en ik sta daar in, en niet naast. Dat gevoel gun ik iedereen. We schreven een brief aan de toekomst, we hebben ook een rituele breuk met het verleden gedaan. Een collega concludeerde: jullie hebben besloten te stoppen met elkaar te fucken. Dat was wat plat geformuleerd, maar het is wel dat wat nodig is om een stap voorwaarts te maken. We hebben een brief geschreven waarin we afscheid namen van de oude klassieke ingenieur: formeel, top down, alles wetend. Ontdekkend leren met een brede blik is veel interessanter om zaken in beweging te krijgen.

De urgentie is enorm
Als laatste komt de organisator van het gesprek, Marion Smit, Dir. Wegen en Verkeersveiligheid van IenW aan het woord. “We hebben dit overleg op dit moment. Eén twee weken na Terschelling liep ik met een big smile op mijn werk rond, ik vroeg iedereen die ik tegenkwam, ‘Doe je wel het goede? Wat merkt de samenleving van wat je doet? En nu komen de dagelijks dingen weer prominenter naar voren: lukt het ons om te blijven? We zullen elkaar moeten blijven vasthouden vanuit de beweging. Het heeft mij in ieder geval een fantastisch netwerk opgeleverd en ik ben er ook mijn werk anders door gaan doen: de vraag stellen in hoeverre draagt dat wat je nu doet daadwerkelijk bij aan de oplossing. Ik draag dat ook over aan mijn mensen. Intern ben ik het gesprek aan gegaan over hoe je duurzamer kunt kijken naar de vervangings- en renovatieopgave. Daar zijn we met een clubje mee bezig samen met weer mensen uit de Terschelling groep. Ik merk het verschil de hele dag: er zit meer energie in de dingen die ik doe. En de dingen die ik doe zijn impactvoller, de dingen die dat niet zijn, probeer ik waar mogelijk te skippen. Zo’n beweging kun je nu niet zo maar stoppen: de urgentie is enorm.